BELGISCH WITLOOF

Tegenwoordig hebben onze noorderburen ons op het vlak van de productie van deze groente het loof afgestoken, maar het is wel degelijk een Belgische uitvinding. Onze noorderburen hebben het niet voor niets soms over Brussels Loof. Eigenlijk is het zoals met dat ander Belgisch keukensymbool, de mosselen. We kijken naar het noorden voor het verrichten van het labeur om ze te bekomen, wij kopen ze dan in om ze te bereiden en er van te genieten. Makkelijk zat.

Nochtans is de groente niet echt vanuit gemakzucht ontstaan en het is wel degelijk een Belgische (Brusselse) ‘uitvinding’. In de 19e eeuw was Brussel en vooral ook de streek rondom, volledig afhankelijk van landbouw. Aardappelen, spruiten, voederbieten, tarwe, … en ook vrij veel chicoreiwortelen. Deze laatste weren eens gebrand erg populair bij een minder begoede bevolking als koffiesurrogaat. Echte koffie konden enkel de rijken betalen. Een ‘voorrecht’ van de arbeiders die de wortelen rooiden was dat ze kleine wortelen die niet verkoopbaar waren mochten meenemen en zo had ook de onderste laag van de bevolking zijn ‘koffie’. Op een bepaald moment was er echter zoveel aanbod aan chicoreiwortels dat ze niet meer opgesoupeerd geraakten. Ze overwinterden in de donkere schuren en er kwamen na een tijdje witgele scheuten tevoorschijn.

De armoedige toestand van de bevolking dwong hen echter om toch nog iets te proberen doen met die wortelen die eigenlijk bijna een onderdeel van hun loon waren. Zo kwamen de scheuten op de markt terecht en gezien er toen absoluut niet het groenteaanbod was dat we nu kennen, geraakten ze nog verkocht ook. Wie ze gekocht had om toch maar wat groenten in de boodschappenmand te hebben, kwam tot de vaststelling dat het eigenlijk best te pruimen was. De smaak sloeg aan, de bal ging aan het rollen.

Deze scheuten waren echter ver van de huidige stronken die we kennen, het waren gewoon jonge blaadjes, bosjes kleine scheuten. De stronken die we nu kennen werden ‘uitgevonden’ in de plantentuin van Brussel. Daar lukte het om de juiste omstandigheden te verkrijgen om een zekere ‘kropvorming’ te bekomen met de gekende witloofstronkjes als resultaat.

Op en top Brussels dus en de groente zit nog goed ingebakken in onze nationale keuken. Als een kok iets ‘à la brabançonne’ maakt, is dat met witloof en het maken van hespenrolletjes met witloof zou volgens sommigen tot de inburgeringscursus moeten behoren. Een stukje vaderlandse trots die altijd smaakt, zeker met een fris glas Belgisch gerstenat. Een Moinette van bij Dupont past er perfect bij. Een mooie hopbitter die mooi aansluit bij de bittere toets van het witloof, maar tegelijk ook een zacht moutige, wat alcoholische basis die voldoende ‘rondeur’ geeft om beste maatjes te zijn met de kaassaus. Zalig … zeker met wat gekookte patatjes die je dan kunt pletten om met de kaassaus te mengen en zeker niet in het bord te laten liggen.

Voor een recept van de hespenrolletjes, maken we het ons makkelijk en verwijzen we gewoon naar het voorstel van Colruyt. Alleen gaan wij dus voor bier in plaats van de daar vermelde wijnsuggestie. Getest en goedgekeurd.

Coverfoto © VISITFLANDERS

Deel dit artikel:

Zelfde categorie

Recente artikelen

Misschien vind je dit leuk

Advertentie
Dutch Beer Challenge 2024
Schrijf uw bieren in!